Okra

okra
Okra’s, okers, lady’s fingers of te wel bhindies (Indiaas) zijn vingervormige groentes. Je hebt twee gangbare varianten in de toko’s namelijk een donker- en een lichtgroene. De donkergroene variant zie je veel in de Aziatische keuken en de lichtgroene in de Surinaamse. Het is wat je van huis uit gewend bent. Ik vind beide varianten vrij identiek qua smaak dus mij maakt het niet uit. Als je okra’s lang kookt of stooft worden ze slijmerig. In Suriname gebruikt men het woord “okrolollie”. Als iemand je in Suriname een okrolollie noemt dan ben je een slijmbal. In het westen gruwelt men vaak van de slijmerigheid van deze groente. Maar, in sommige keukens, bijvoorbeeld in de Surinaamse, is juist die slijmerigheid essentieel, aangezien het voor binding zorgt in soepen of stoofgerechten. Deze groente wordt overigens veelvuldig gebruikt in de Surinaamse, Indiase, Vietnamese, Maleisische, West-Indische, Afrikaanse, Creoolse en de keuken van het Midden-Oosten. Je kunt okra’s uiteraard verwerken in soepen, stoofgerechten, roerbakgerechten en gefrituurd zijn ze magnifiek! Enne, op azijn zijn ze ook een culinaire mogelijkheid. Een wereldbekende soep is gumbo afkomstig uit New Orleans, dit is een soep waarin okra’s zondermeer de hoofdrol spelen. Bewaar okra’s een dag of drie op een koele plek of in de koelkast. Niet te lang bewaren, de kwaliteit kan sterk achteruit gaan.