Nam khao

Nam khao is een knapperige rijst salade uit Laos. Je hebt een waslijst aan ingrediënten nodig om deze magnifieke salade voor elkaar te krijgen, maar dan heb je ook wat. Het wordt meestal als een appetizer gegeten, gerold in knapperige slablaadjes. Het is zo lekker dat je gegarandeerd veel ‘hmmm’ kreuntjes gaat ontvangen aan tafel. Goed-bereid-kost-even-tijd. Njoy!

Nam khao
Totale bereiding: 1 uur
4 personen

Ingrediënten snelle Thaise rode curry
5 rode lombok pepers
2 rode rawit pepers
1 ui
4 teentjes knoflook
2 sereh stengels
1 duimgroot stukje laos
1 duimgroot stukje gember
5 djeroek poeroet blaadjes
1 limoen
1 bosje koriander, alleen de stengels
1 theelepel korianderzaad
1 theelepel komijnzaad
10 witte peperkorrels
een stukje trassie (circa 3-4 gram)

Ingrediënten rijstballen
150 gram jasmijnrijst
150 gram varkensgehakt
150 gram gedroogde geraspte kokos
2-3 volle eetlepels Thaise rode currypasta
2 theelepels milde paprikapoeder
2 theelepels limoensap
2 theelepels suiker
4 theelepels vissaus
1 ei
3 eetlepels kleefrijstmeel aangelengd met wat water
voldoende zonnebloemolie om te frituren

Ingrediënten om met de verbrokkelde rijstballen te mengen
6 kussentjes nem chua
4 lente-uitjes
limoensap naar smaak
suiker naar smaak
vissaus naar smaak

Ingrediënten overig
Romeinse sla

Ingrediënten garnering
4 gedroogde chilipepers
een handvol ongezouten pinda’s

Bereidingswijze
Maak eerst een snelle Thaise rode curry. Hak de lombok pepers, rawit pepers, ui en knoflook grof. Verwijder de harde buitenste bladeren van de sereh stengels en snijd deze heel fijn. Snijd vervolgens de laos zeer fijn, schil de gember en snijd deze ook zeer fijn. Verwijder de middelste nerf van de djeroek poeroet blaadjes en snijd de blaadjes zeer fijn. Rasp de groene schil van de limoen, het witte bittere gedeelte niet meeraspen. Snijd de stengels af van het korianderbosje en hak de stengels grof. Hak de korianderblaadjes fijn en zet heel even weg voor later. Rooster korianderzaad, komijnzaad en peperkorrels circa 3 minuten in een pan. Maal de geroosterde specerijen samen met de lombok pepers, rawit pepers, ui, knoflook, sereh, laos, gember, djeroek poeroet, limoenschil, de korianderstengels en de trassie in een foodprocessor tot een egale pasta. Zet hiervan 2-3 volle eetlepels apart voor dit gerecht en de rest kun je invriezen voor toekomstige maaltijden.

Kook de rijst gaar en droog. Laat afkoelen en zet opzij.

Meng de afgekoelde rijst met het varkensgehakt, gemalen kokos, Thaise rode currypasta, paprikapoeder, limoensap, suiker, vissaus en ei. Maak een waterig papje van het kleefrijstmeel en zet opzij op een bord. Rol met je handen ronde balletjes ter grootte van bitterballen. Verhit voldoende olie in een ruime pan. Wentel elk balletje eerst in het waterig papje en frituur deze goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier. Zet apart en laat ze afkoelen.

Frituur nog geen minuut 4 gedroogde chilipepers in dezelfde olie waarin je de balletjes hebt gefrituurd en laat de pepertjes uitlekken. Versnipper deze hierna in kleine stukjes en zet weg. Rooster de pinda’s in een pan en zet weg.

Verbrokkel de nem chua met je handen en snijd de lente-uitjes in ringetjes. Breek de afgekoelde rijstballen in grove stukken, doe in een ruime schaal en meng de nem chua, lente-uitjes en de eerder fijngehakte korianderblaadjes die je apart had gezet voor later, erdoorheen. Breng op smaak zoals jij het lekker vindt met limoensap, suiker en vissaus.

Pluk de Romeinse slablaadjes tot je bootjes hebt, schep 1 volle eetlepel van het mengsel in ieder bootje, Garneer elk bootje met versnipperde gefrituurde chilipepers. Bestrooi tot slot met de geroosterde pinda’s en serveer.